Bijna iedereen heeft moedervlekken op de huid. Het merendeel kan geen kwaad, maar soms is er een reden om een moedervlek te laten verwijderen. Dit kan zijn omdat de moedervlek ontsierend is of omdat hij verandert. De huisarts of de dermatoloog kan het beste zien of een moedervlek verontrustende kenmerken vertoont en verwijst u zo nodig voor een behandeling.
Voor de operatie
De plastisch chirurg bespreekt met u de operatie tijdens uw polikliniekbezoek en legt de gang van zaken rond de verdoving uit. De operatie kan plaatsvinden onder narcose of onder plaatselijke verdoving.
Bloedverdunnende medicijnen
Meld het gebruik van bloedverdunnende medicijnen; ook als het aspirine betreft. Minimaal een week vóór de operatie moet u hiermee stoppen. Overleg dit met uw chirurg, ook wanneer u weer mag starten ná de operatie.
Meld ook eventuele overgevoeligheden zoals voor jodium en/of pleisters.
Stop met roken
Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Wij raden u dan ook dringend aan enkele weken voor de ingreep volledig te stoppen met roken.
Opname
Minimaal twee weken voor de ingreep verneemt u waar en hoe laat u wordt verwacht. Ontvangt u de boodschap via uw antwoordapparaat, luister deze dan helemaal af.
Als de operatie in de dagverpleging plaatsvindt, wordt u op de dag van de operatie opgenomen. Volg daarvoor de voorbereiding die beschreven staat in de brochure ‘Instructies voor de operatie, pre-operatieve screening en anesthesie’.
Wat neemt u mee?
Neem uw patiëntenpas of afsprakenkaart met barcode mee. Hebt u dit nog niet of moet dit worden gewijzigd, meldt u zich dan ruim voor uw afspraak bij het inschrijfpunt in de centrale hal.
Behandeling
Een behandeling bij de plastisch chirurg houdt in dat u wordt geopereerd. Het doel van zo’n operatie is om de moedervlek zodanig weg te snijden dat de kans minimaal is dat deze ooit nog terugkomt. Dat betekent dat er een litteken voor in de plaats komt. Tijdens het gesprek met de plastisch chirurg kunt u in alle rust uw vragen stellen over hoe het litteken eruit komt te zien en hoe de procedure in zijn werk gaat. Soms kan het zijn dat een moedervlek toch kwaadaardig is en dat een vervolgbehandeling nodig is. Dit zal de plastische chirurg met u bespreken.
Na de operatie
- De borsten zijn verbonden met steunpleisters. Deze blijven twee weken zitten.
- Het is belangrijk dat u direct na de operatie een beha draagt. Deze beha draagt u zes weken lang, dag en nacht, ter ondersteuning en ter vermindering van pijnklachten.
- De eerste dagen na de operatie ervaart u een stuwinggevoel in uw borsten. De borsten kunnen de eerste drie weken extra gespannen zijn door wondvocht en bloeduitstortingen. Na verloop van enkele maanden zal de gevoeligheid en roodheid verminderen.
- Bewegen van de armen kan gevoelig zijn. Dit is een normale reactie en neemt binnen twee weken vanzelf af.
- De hechtingen worden na ongeveer twee weken verwijderd als u voor controle op de polikliniek komt.
Leefregels
- Voor een optimale genezing van de littekens doet u er goed aan de volgende adviezen op te volgen:
- U mag de dag na de operatie weer douchen. Spoel uw borsten goed na zodat er geen zeepresten achterblijven.
- Geef uw borsten rust in de eerste zes weken. Sporten, baden of zwemmen zijn taboe.
- Vermijd zwaar tillen en boven uw macht werken.
- Ga de eerste drie weken niet werken.
- Na drie weken kunt u geleidelijk uw gewone bezigheden weer hervatten; belast uw borsten niet.
- Bescherm de littekens het eerste jaar tegen de zon of zonnebank door gebruik te maken van een zonnebrandcrème met factor 20 of hoger.
Complicaties
Bij iedere operatie is er kans op gangbare complicaties zoals infecties, bloeduitstortingen en bloedingen.
Bij borstverkleining kunnen een enkele keer de volgende complicaties optreden:
- Door het verplaatsen van de tepelhof kan een gedeeltelijk versterf optreden.
- Gedurende enkele weken kan wat wondvocht of oud bloed via de operatiewond naar buiten komen. Als dit gebeurt, stopt het vanzelf en de wond zal dichtgroeien.
- De oplosbare onderhuidse hechtingen kunnen door het lichaam naar buiten gewerkt worden. Er ontstaat dan in het litteken een open plekje met een restje draad. Dit geneest vanzelf.