
“Handen en polsen zijn echt een grote hobby”
Handchirurgie, handchirurgie en handchirurgie. Daarvan wordt dokter Edwin Wijburg enthousiast in zijn werk. Waarom dat zo is en welke werkzaamheden hij allemaal verricht voor Plastische Chirurgie Stedendriehoek, vertelt hij in dit interview.
Van Australië naar de Stedendriehoek
Al op de basisschool wist hij het zeker: ik wil chirurg worden. Gebroken benen en blindedarmen opereren. Eenmaal bezig met de opleiding geneeskunde zei een stagebegeleider: “Plastische chirurgen, dat zijn de échte meesters op de OK.” En die opmerking bleef hangen, vertelt dokter Wijburg. Hij ging zich vervolgens in de mogelijkheden van plastische chirurgie verdiepen. “Tijdens een stage keek ik mee bij een huidkankeroperatie, waarbij huid werd getransplanteerd. Daar was daarna niets meer van te zien! Het leek Hans Kazan wel. Ik was meteen verkocht.”
In afwachting van zijn opleiding tot plastisch chirurg verdiepte dokter Wijburg zich eerst in de hart-long en algemene chirurgie. In 2006 voltooide hij zijn opleiding tot plastisch chirurg. Eenmaal klaar met de opleiding zocht hij een ziekenhuis in een groene omgeving. De dokter woonde als kind in Australië en Noord-Brabant. Op beide plekken was daar volop ruimte. En die zocht hij ook als volwassene. “Ik heb in Leiden gestudeerd en dat is een gezellige stad, maar ik vond de Randstad steeds drukker en betonniger worden.” Ook wilde hij graag in een wat groter ziekenhuis werken. “Waar de mogelijkheid is voor bijzondere dingen. Handchirurgie, bijvoorbeeld. Dat wordt lastig in een klein ziekenhuis.” Beide criteria kon de dokter afvinken bij Plastische Chirurgie Stedendriehoek en in 2007 ging hij hier aan de slag. Eerst op de locaties Deventer en Apeldoorn, en sinds een paar jaar uitsluitend in het Deventer Ziekenhuis.
97 procent handchirurgie
Het woord is al gevallen: handchirurgie. Want waarvan dokter Wijburg enthousiast wordt in zijn werk? Zijn antwoord laat er geen twijfel over bestaan: “Handchirurgie, handchirurgie en nog eens handchirurgie. Handen en polsen zijn echt een grote hobby.” Daarbij ben je veel met mechaniekjes bezig, legt hij uit. En daar zit volgens de dokter echt uitdaging in: “Naar welk probleem zit ik precies te kijken en wat kan ik daaraan doen? Wat kan ik de patiënt adviseren?” Hij vertelt dat hij de afgelopen jaren steeds meer handchirurgie is gaan doen. “Toen ik in dienst kwam, begon ik algemeen en deed ik allerlei verwijzingen. Maar je eigen interesse bepaalt op den duur de verwijzingen die je krijgt. En nu bestaat zo’n 97 procent van mijn werkzaamheden uit handchirurgie.”
Zelfs in zijn vrije tijd is dokter Wijburg met handen bezig. Hij gebruikt dan die van hemzelf: “Houtbewerking, fotograferen en klussen doe ik graag. En ook tekenen vind ik leuk, zowel in 2D als 3D. Zo heb ik ooit een animatie van een zenuwoperatie gemaakt. Het lijkt me gaaf om 3D-informatie te maken voor patiënten.” En zo blijken werk en hobby’s nauw met elkaar verbonden te zijn.

Jongleren met de wensen van iedereen
Naast zijn werkzaamheden als plastisch chirurg zet dokter Wijburg zich ook op een andere manier in voor het Deventer Ziekenhuis. Hij is namelijk bestuurslid van de GBMS: het Geïntegreerd Bestuur Medische Staf van het ziekenhuis. Deze staf is verantwoordelijk voor het vormgeven van de zorg en is gesprekspartner van de Raad van Bestuur.
De dokter wilde het ziekenhuis op een andere manier leren kennen. “Als dokter wil je je patiënten zo goed mogelijk behandelen. Als ziekenhuis moet je ook met andere dingen rekening houden. Je moet kijken naar het gebouw, de politiek, de zorgverzekeraars, de samenwerking met andere zorginstellingen… Het is haast jongleren met de wensen van iedereen. Als bestuurslid kan ik helpen om het ziekenhuis beter te maken voor patiënten. Dat vind ik tof.”
Coronacrisis
Wie in het jaar 2020 ergens bestuurslid was, zal ongetwijfeld druk zijn geweest met de coronacrisis, zou je denken. Toch veranderde voor dokter Wijburg zijn functie als bestuurslid niet ingrijpend. “Vooral niet tijdens de eerste golf. We hoorden allerlei verhalen uit Italië en later uit Noord-Brabant. Bij ons was er toen nog niets aan de hand. Wat kwam er op ons af?”
Later werd de vergaderagenda van de dokter steeds leger. Het crisisteam en de veiligheidsregio hadden de lead bij de aanpak van de crisis. “Als bestuurslid stond ik een beetje aan de zijlijn, al heb ik natuurlijk wel mijn mening laten horen.” De tweede golf is anders, stelt dokter Wijburg. “In de zomer zijn de draaiboeken aangepast. We wisten ondertussen al veel meer. Daardoor is de organisatie nu minder overrompeld dan in het voorjaar.” De behoefte aan dokters en verpleegkundigen was bijvoorbeeld nu bekend, en wanneer afschalen van de zorg wel of niet nodig zou zijn. “Ik ben ontzettend trots op de capaciteitsplanners in het ziekenhuis. Er wordt heel strak gekeken naar wat er allemaal mogelijk is. Daardoor hoeven we niet onnodig af te schalen.”
“Ik ben ontzettend trots op de capaciteitsplanners in het ziekenhuis”
Opereren binnen 3 in plaats van 18 weken
In de toekomst blijft dokter Wijburg zich graag inzetten als bestuurslid voor het Deventer Ziekenhuis. “Ik heb in september bijgetekend om nog drie jaar bestuurslid te blijven. Wie weet ga ik nog eens een managementcursus doen. Om mijn effectiviteit verder te laten toenemen.” Want het is altijd leuk om te kijken of je door te sleutelen aan processen deze kunt verbeteren.
Daarom is hij ook in zijn functie als plastisch chirurg voortdurend bezig om samen met zijn collega’s aan verbeteringen te werken. Over voorbeelden hoeft hij niet lang na te denken. “We hadden, jaren geleden alweer, te maken met lange toegangstijden. Het kon toen wel 18 weken duren voordat iemand met het carpaal tunnelsyndroom geopereerd kon worden. We hebben het proces toen anders ingericht. Daardoor kon de operatie al na 2 of 3 weken plaatsvinden. En ook nog eens poliklinisch, dus alleen met een plaatselijke verdoving.”
Dokter Wijburg geeft een tweede voorbeeld. “We gingen twee jaar geleden over op telefooncontroles. In veel gevallen is extra terugkomen na een ingreep namelijk niet nodig. Ook telefooncontroles blijken nu niet altijd noodzakelijk. Zo wordt het proces steeds efficiënter.” En efficiënter betekent ook: beter voor de patiënt. Een ander voorbeeld dan nog waarop de dokter ook trots is: “Bij poliklinische operaties konden we de verdoving gaan bufferen. Dat heb ik overgenomen van mijn collega, dokter Michiel Beets. Goed voorbeeld doet goed volgen! Bufferen zorgt ervoor dat de patiënt minder pijn heeft. Dus dat zijn we natuurlijk zo gaan doen.” Dokter Wijburg besluit: “Aan een efficiënter proces heeft de patiënt meer, het resultaat is beter en ik vind het zelf ook nog eens leuk.”
Lees ook het interview met dokter Karine Oostrom en dokter Pauline Verhaegen.