Na een borstamputatie kunt u kiezen voor een borstreconstructie. Het doel van een borstreconstructie is een borst te maken die de vorm en grootte van de andere borst of van de verwijderde borst(en) zo goed mogelijk benadert. Hiervoor zijn vaak meerdere operaties nodig en u moet geen wonderen verwachten. Een gereconstrueerde borst is nooit hetzelfde als de oorspronkelijke borst. De huid zal littekens hebben van de amputatie en de reconstructie. Van belang is echter dat een reconstructie uw persoonlijke keuze blijft.

Wanneer kan een borstreconstructie plaatsvinden?

Een borstreconstructie kan op twee momenten worden uitgevoerd:

  1. Aansluitend op een amputatie
    
Dit noemen we directe reconstructie. Over het algemeen wordt u door de algemeen chirurg opgenomen en zal de plastische chirurg in dezelfde operatie een reconstructie verrichten.
  2. Op een later tijdstip
    
Dit noemen we uitgestelde reconstructie. Deze vindt plaats ruim een jaar na amputatie én afronding van de nabehandeling (chemotherapie en/of radiotherapie).

Verschillende methoden borstreconstructie

Er zijn verschillende methoden voor een borstreconstructie:

1. Geheel lichaamsvreemd

Hierbij wordt de borst gereconstrueerd met lichaamsvreemd materiaal, meestal een siliconen prothese.

Als er voldoende huid en onderhuids weefsel aanwezig is, kan direct een definitieve prothese geplaatst worden ten tijde van de borstamputatie. Van tevoren is tijdens het multidisciplinaire overleg een inschatting gemaakt van de kans op aanvullende bestraling na afloop. Alleen als er een kleine kans op bestraling is dan zal uw chirurg een directe reconstructie met een siliconen prothese aanbevelen.

In het geval van een uitgestelde borstreconstructie moet de huid eerst worden opgerekt. Dit doen we met een ballon die geleidelijk met een zoutwateroplossing wordt gevuld. Deze ballon (ook wel tissue-expander genoemd) vervangen we later door een definitieve prothese. Er zijn dan dus twee operaties nodig.

2. Deels lichaamseigen en deels lichaamsvreemd

Als bij de amputatie onvoldoende huid of spierweefsel overblijft, is het nodig om eerst voldoende gezond weefsel aan te brengen op de plaats van de verwijderde borst. Dit kan met huid- en spierweefsel van de rug. De rugspier die gebruikt wordt, heeft u bij uw dagelijkse lichamelijke activiteiten niet nodig en kunt u dus missen voor een reconstructie.

Verplaatsing van een huid-spierlap vanuit de rug (Latissimus Dorsi of LD spier genoemd) wordt uitgevoerd als u slank van postuur bent en een strak, soms vastzittend huidgebied bij en rondom het amputatielitteken heeft. Dit kan veroorzaakt worden door langetermijneffecten van de bestraling.

De rugspier wordt van aanhechtingen op de rug losgemaakt en met de daarboven gelegen huid bij de oksel ‘getunneld’ en onderhuids naar voren geplaatst. Meestal is een prothese of tissue-expander onder de verplaatste rugspier nodig voor de symmetrie van de borsten. De wond op uw rug wordt onderhuids gesloten. U houdt een litteken over op uw rug.

3. Geheel lichaamseigen

Bij deze methode maken we een borst door weefsel vanuit de onderbuik te transplanteren naar de borstregio. Dit doen we met behulp van microchirurgie. De bloedvaten van de buikhuid worden bij de borst onder de microscoop opnieuw aangesloten. Doordat er geen prothese wordt geplaatst, voelt de nieuwe borst natuurlijker aan. Verplaatsing van een huidlap vanuit de buik (DIEP-lap genoemd) wordt uitgevoerd als u een gezond gewicht heeft, niet rookt en over voldoende huid en onderhuids weefsel beschikt bij de onderbuik. Het is een zeer uitgebreide ingreep, de operatie duurt gemiddeld tussen de zes en acht uur. U houdt een litteken over op uw buik.

Voor de operatie

Vóór de operatie heeft u minstens twee gesprekken met uw plastisch chirurg en de mammacare verpleegkundige. Hierbij bespreken we de operatiemogelijkheden, risico’s en nazorg. Uw plastische chirurg vraagt een machtiging aan uw zorgverzekeraar voor de vergoeding. De fysiotherapeut geeft u uitleg en instructies over houding en beweging na de ingreep.

Bloedverdunnende medicijnen

Meld het gebruik van bloedverdunnende medicijnen; ook als het aspirine betreft. Uw chirurg bepaalt samen met u of u met de bloedverdunnende medicijnen kunt stoppen en wanneer u deze weer kunt gebruiken.

Meld ook eventuele overgevoeligheden zoals voor jodium en/of pleisters.

Stop met roken

Nicotine vergroot de kans op problemen bij de wondgenezing. Wij raden u dan ook dringend aan enkele weken voor de ingreep volledig te stoppen met roken.

Opname

Minimaal een week voor de ingreep verneemt u waar en hoe laat u wordt verwacht. Ontvangt u de boodschap op uw voicemail, luister deze dan helemaal af. U wordt op de dag van de operatie opgenomen. Volg daarvoor de voorbereiding die beschreven staat in de brochure ‘Instructies voor de operatie, pre-operatieve screening en anesthesie’.

Wat neemt u mee?

Neem uw patiëntenpas of afsprakenkaart met barcode mee. Hebt u dit nog niet of moet dit worden gewijzigd, meldt u zich dan aan de inschrijfbalie bij de hoofdingang van de desbetreffende locatie. Neem op de dag van opname een sportbeha mee die u hebt aangeschaft in overleg met uw behandelend chirurg. Bij verplaatsing van een huid-spierlap vanuit de buik neemt u ook een elastisch korset (voor de onderbuik) mee.

De operatie

Doorgaans wordt u op de dag van de operatie opgenomen. Vóór de operatie zal uw plastisch chirurg de planning van de operatie op uw lichaam aftekenen. De operatie gebeurt onder algehele narcose.

De gereconstrueerde borst is meestal na de operatie bedekt met steunend hechtpleisters en gazen. Doorgaans zijn twee drains onderhuids achtergelaten. Bij een operatie van de rug zullen daar ook twee drains achtergelaten zijn en wordt het litteken met een pleister bedekt. Bij een operatie van de buik zijn twee drains geplaatst en is de huid bedekt met hechtpleisters en gazen.

De wonden zijn doorgaans onderhuids gehecht en worden ondersteund met hechtpleisters. U krijgt 48 uur een infuus. Via dit infuus krijgt u (soms) antibiotica om het risico van infectie te verlagen.

Uw opname zal twee tot vijf dagen duren, afhankelijk van de type operatie. Twee tot drie weken na de ingreep komt u naar de polikliniek voor controle door de plastisch chirurg en zo nodig door de algemeen chirurg.

Na de operatie

Voor een optimale genezing van de littekens doet u er goed aan de volgende adviezen op te volgen:

  • U mag twee dagen na de operatie weer douchen. Spoel uw borsten goed na zodat er geen zeepresten achter blijven.
  • U mag de borstspier de eerste drie weken niet met kracht aanspannen. De fysiotherapeut zal u hierbij helpen en uitleg geven.
  • Geef uw borsten in de eerste zes weken rust.
  • De steunende beha of het elastische korset moet u tot zes weken na de ingreep dag en nacht dragen.
  • Houdt u er rekening mee dat u gedurende deze zes weken hulp in de huishouding nodig hebt.
  • Vermijd zwaar tillen en boven uw macht werken.
  • Ga de eerste drie weken niet werken.
  • Na drie weken kunt u geleidelijk aan uw gewone bezigheden weer hervatten; belast uw borsten niet.
  • Sporten, baden en of zwemmen zijn taboe de eerste zes weken.
  • Bescherm de littekens het eerste jaar tegen de zon of zonnebank door gebruik te maken van een zonnebrandcrème met factor 20 of hoger.

Complicaties

Bij iedere operatie is er kans op gangbare complicaties zoals infecties, bloeduitstortingen en bloedingen. Bij een borstreconstructie is er daarnaast kans op de volgende complicaties:

Na een amputatie kan zich onderhuids wondvocht ophopen, meestal in de okselregio. Dit komt vooral voor als de oksellymfeklieren zijn verwijderd. Als hierdoor een pijnlijke druk op de huid ontstaat, kan het vocht met een injectiespuit worden verwijderd. Meestal zal de productie van wondvocht vanzelf verminderen.

  • Bij elke operatie kan een bloeding ontstaan, wat het plaatsen van een drain nodig maakt. Blijft de nabloeding doorgaan, dan is opnieuw een operatie nodig om de bloeding te stoppen.
  • Als er een prothese of tissue-expander is gebruikten er treedt een infectie op, dan moet deze verwijderd worden.
  • Bij een lekkage van de ballon, over het algemeen veroorzaakt bij aanprikken van wondvocht, dient deze operatief te worden vervangen.
  • Bij huid-spierverplaatsingen vanaf de rug kan door stoornissen in wondgenezing of doorbloeding een deel van de huid afsterven. In dat geval zijn er hersteloperaties nodig.
  • Soms is er sprake van overmatige littekenvorming. Dit kan later operatief gecorrigeerd worden.
  • Bij borstprothesen kan kapselschrompeling optreden. Elk lichaamsvreemd materiaal wordt door het lichaam omhuld door een dunne laag bindweefsel, kapsel genaamd. Bij sommige patiënten kan het kapsel schrompelen, waardoor uw borst hard kan worden, pijn gaat doen of van vorm kan veranderen. Hier is al veel onderzoek naar gedaan, maar de oorzaak is nog onbekend. Bij gebruik van prothesen met een geruwd oppervlak is de kans op een kapselschrompeling in de eerste tien jaar 5% .